-
1 natuurlijk
1 natural 〈 ook wiskunde〉; 〈 met betrekking tot weergave〉 true to nature/life; 〈 attributief〉 true-to-nature/-life♦voorbeelden:natuurlijke geneesmiddelen • natural drugsnatuurlijke getallen • natural numberstekening op natuurlijke grootte • life-size drawingeen natuurlijke houding • a natural posturenatuurlijke kleur • natural colourdoor een natuurlijke nieuwsgierigheid gedreven • driven by natural curiosityalles gaat natuurlijk toe • everything's going naturallyhet is natuurlijk eenvoudig te regelen • of course/naturally it can be easily arrangedmaar natuurlijk! • (why,) of course!/naturally! -
2 vergroting
1 [het vermeerderen/vermeerderd worden] increase2 [het groter maken/worden; resultaat daarvan] enlargement ⇒ 〈 medicijnen, geneeskunde; met betrekking tot bloedvat, pupil〉 dilation3 [vergrote weergave] magnification4 [vergroot weergegeven foto] enlargement♦voorbeelden:vergroting van de omzet • increase in the turnover
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Английский